MET RECHT IN HET NIEUWS
STRAFRECHT
Man steekt onderbuurman dood en verwondt andere buurman ernstig: TBS met dwangverpleging
Amsterdam, 31 mei 2024
De 36-jarige man die op 1 augustus 2023 in Amsterdam-West zijn 25-jarige onderbuurman doodstak en een 29-jarige onderbuurman ernstig verwondde, is veroordeeld voor moord en poging tot doodslag. Wel pleegde hij deze feiten volledig onder invloed van zijn psychische stoornis, waardoor hij ontoerekeningsvatbaar is. De rechtbank legt hem tbs met dwangverpleging op.
Op 1 augustus 2023 werd de politie naar een woning in Amsterdam-West gestuurd, omdat er een steekincident had plaatsgevonden. De politie trof op het balkon van de woning een 36-jarige man aan in een wit bebloed T-shirt en met een groot keukenmes in zijn hand. Hij zwaaide met het mes en riep meermaals dat hij iemand had doodgestoken en dat diegene dat verdiende. De politie trof in de opbergruimte bij de woning een zwaargewonde 29-jarige man. Zijn 25-jarige huisgenoot vond de politie in de woning op bed omringd door veel bloed. Reanimatie mocht meer niet meer baten.
Opzet en met voorbedachten rade
De rechtbank oordeelt dat de man zijn onderbuurman opzettelijk en met voorbedachten rade meermaals met een keukenmes heeft gestoken, en dat hij aan de gevolgen daarvan is overleden. De rechtbank concludeert dat de man het keukenmes waarmee hij zijn onderbuurman doodstak, moet hebben meegenomen toen hij de woning binnenging. De rechtbank ziet ook opzet bij het proberen te doden van het andere slachtoffer. Die probeerde het leven van zijn huisgenoot te redden en moest daarbij letterlijk vechten voor het leven van zijn huisgenoot en van zichzelf.
Psychische stoornis
De verdachte is onderzocht in het Pieter Baan Centrum. Op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek tijdens de zitting, ziet de rechtbank de man als een persoon die onder invloed van zijn psychische stoornis in een andere, parallelle werkelijkheid leeft. Hij leefde al lange tijd, in aanloop naar de gepleegde strafbare feiten én tijdens het plegen, in een zeer uitgebreide en continue waanwereld waarvan verschillende mensen, onder wie zijn onderburen, deel uit maakten. Ook vertoonde hij steeds meer dreigend en agressief gedrag. Bovendien nam de rechtbank tijdens de zitting zelf waar dat de man nog steeds in een waanwereld leeft. Zo verklaarde hij in een complot te zijn beland, noemde het strafproces bij de rechtbank een schijnproces en vroeg om een overlijdensakte van het slachtoffer. Hij zei meermaals te zijn ontvoerd en dat hij de afgelopen tien jaar steeds via zijn tabak werd vergiftigd. Er viel op geen enkele wijze een normaal gesprek met hem te voeren.
De rechtbank oordeelt dat de man tijdens het plegen van de strafbare feiten volledig heeft gehandeld onder invloed van zijn psychische stoornis en dat hij door deze stoornis niet meer in staat was om zijn eigen wil te vormen. Daarom kan aan hem geen straf worden opgelegd. De rechtbank verklaart hem volledig ontoerekeningsvatbaar en legt hem tbs met dwangverpleging op. Aan de nabestaanden en het 29-jarige slachtoffer moet hij schadevergoedingen betalen.
ECLI:NL:RBAMS:2024:3052
Ernstig seksueel misbruik 2 kwetsbare vrouwen: 4 jaar cel en TBS
‘s-Hertogenbosch, 31 mei 2024
Een 40-jarige man krijgt een gevangenisstraf van 4 jaar en terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging. Dat heeft de rechtbank Oost-Brabant bepaald. Hij maakte zich onder meer schuldig aan ernstig seksueel misbruik van twee kwetsbare vrouwen. Na zijn celstraf en tbs kan de man nog onder toezicht of verdere behandeling worden gesteld.
De verdachte had in augustus 2022 in een periode van drie weken verschillende keren seks met een vrouw in haar woning in Berghem. Ook in januari 2023 had hij seksueel contact met haar, dit keer in Tilburg. Volgens de verdachte gebeurde dit vrijwillig. De vrouw verklaarde echter dat zij tegen haar wil seks had met de verdachte. Zij beschreef onder meer dat zij in augustus 2022 werd gedwongen tot seks met de verdachte en een andere man, waarbij zij met tie-wraps werd vastgebonden en er een deken over haar hoofd werd gelegd. In januari 2023 werd zij hardhandig gedwongen verdachte oraal te bevredigen. De rechtbank acht in beide situaties verkrachting bewezen.
In augustus 2022 nam de verdachte ook nog de bankpas van het slachtoffer mee en pinde een aantal keer geld van haar bankrekening. Daarnaast nam hij zonder toestemming haar scooter mee en veroorzaakte daarmee een verkeersongeval in Vorstenbosch. De verdachte is daarom ook veroordeeld voor diefstal en joyriding.
Tweede slachtoffer
In dezelfde periode had de verdachte seks met een vrouw met een niet aangeboren hersenletsel, die op dat moment in een ggz-instelling verbleef vanwege ernstige psychische problemen. De verdachte had seks met deze vrouw, terwijl zij op dat moment zeer kwetsbaar was en onder invloed van in elk geval alcohol. Volgens de rechtbank moet de verdachte hebben geweten dat het slachtoffer niet meer voldoende in staat was haar wil te bepalen of hem weerstand te bieden. De verdachte maakte daar misbruik van.
Doortrapt en manipulatief
De verdachte maakte op doortrapte en manipulatieve wijze misbruik van de kwetsbaarheid van de slachtoffers. Zij waren weinig of niet weerbaar. Dit wist de verdachte en het lijkt erop dat hij de slachtoffers hierop uitzocht. Eén van de vrouw maakte de rechtbank duidelijk dat de gebeurtenissen tot op de dag van vandaag diepe sporen nalaten. Ook vreest zij dat de verdachte filmpjes van haar heeft verspreid of zal verspreiden. Verder neemt de verdachte op geen enkele wijze verantwoordelijkheid voor zijn gedrag. Hij ontkent stellig dat de seks tegen de zin van de vrouwen was en draait de situatie om door zich te presenteren als iemand die de slachtoffers juist wilde helpen. Zij zouden hem voortdurend hebben benaderd, zonder dat hij daar behoefte aan had. Daarnaast nam hij de scooter van één van de slachtoffers mee en pinde geld met haar bankpas. Hij profiteerde dus niet alleen seksueel van het slachtoffer, maar deed dit ook op andere manieren.
Narcistisch en paranoïde
Volgens een psycholoog en een psychiater is er bij de verdachte sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische kenmerken en paranoïde trekken. De rechtbank beschouwt hem daarom als verminderd toerekeningsvatbaar. Zonder behandeling is de kans op herhaling groot, stellen de deskundigen. Daarom legt de rechtbank naast een gevangenisstraf van 4 jaar ook tbs met dwangverpleging op. Tot slot legt de rechtbank een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op. Dit betekent dat de verdachte na zijn behandeling en detentie zo nodig nog langer onder toezicht of onder verdere behandeling kan worden gesteld.
ECLI:NL:RBOBR:2024:2330
2 jaar jeugddetentie voor 3 brandstichtingen en poging tot moord
Haarlem, 30 mei 2024
De rechtbank Noord-Holland heeft een 21-jarige man veroordeeld tot 2 jaar jeugddetentie, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, voor 3 brandstichtingen in woningen in Amsterdam Zuid-Oost in september 2023. Bij alle brandstichtingen wordt de verdachte ook veroordeeld voor poging tot moord.
Molotovcocktails
De verdachte nam via een kennis de opdracht aan om voor een beloning van 6.000 euro een vernieling te plegen. Via Snapchat werd hij geïnstrueerd hoe, waar en wanneer hij dit moest doen. De bedoeling was dat hij een molotovcocktail, die ergens anders in een plastic tas was klaargezet, moest aansteken en in een woning naar binnen moest gooien.
Op 14 september 2023 gooide de verdachte op aangeven van zijn opdrachtgever ’s middags een molotovcocktail in een woning, waardoor in die woning een brand is ontstaan. In de woning waren mensen aanwezig, die na het ontstaan van de brand de woning zijn ontvlucht.
Vervolgens kreeg hij de opdracht om bij een andere woning hetzelfde te doen. Op 18 september 2023 heeft hij in opdracht laat op de avond in deze woning een brand veroorzaakt door een brandende molotovcocktail naar binnen te gooien. Ook in deze woning waren mensen aanwezig. Doordat de brandweer tijdig ter plaatse was, is de schade beperkt gebleven. De verdachte heeft in opdracht twee dagen later, op 20 september 2023, bij dezelfde woning opnieuw 2 molotovcocktails naar binnen gegooid. De in de woning aanwezige mensen wisten tijdig te vluchten. De woning is vervolgens volledig uitgebrand.
Oordeel rechtbank
De rechtbank vindt bewezen dat de verdachte de 3 branden heeft gesticht en dat hij daarmee ook schuldig is aan poging tot moord. Hoewel het volgens de verdachte niet de bedoeling was dat er slachtoffers zouden vallen en hij ook in de veronderstelling was dat er geen mensen thuis waren, had hij kunnen weten dat dat het gevolg zou kunnen zijn. De verdachte heeft in alle 3 de gevallen doordacht en planmatig in woningen brand gesticht. Hij heeft niet gecontroleerd of er mensen in de woningen aanwezig waren op het moment dat hij de molotovcocktails de woningen in gooide. Hij heeft na het brandstichten ook niets gedaan om eventueel toch aanwezige mensen, of anderen, te waarschuwen.
De verdachte was tijdens de brandstichtingen 20 jaar. Volgens deskundigen functioneert hij sociaal-emotioneel op een jonger niveau en heeft hij pedagogische sturing nodig. De rechtbank neemt het advies van de deskundigen om het jeugdstrafrecht toe te passen over. De bewezen verklaarde feiten zijn zeer ernstig. Daarom legt de rechtbank hem de maximale jeugddetentie van 24 maanden op, waarvan 2 maanden voorwaardelijk. Tijdens de proeftijd van 3 jaar moet hij zich aan een aantal voorwaarden houden, zoals een meldplicht bij de reclassering, het volgen van ambulante behandeling en begeleiding, het deelnemen aan begeleid wonen of maatschappelijke opvang en het hebben van een dagbesteding. Daarnaast moet de verdachte aan verschillende slachtoffers een schadevergoeding betalen van in totaal bijna 60.000 euro.
ECLI:NL:RBNHO:2024:5306
poging tot doodslag, mishandeling, verboden wapenbezit en bedreiging met de dood: 5 jaar cel
Assen, 28 mei 2024
De rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, heeft een verdachte veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf voor poging tot doodslag, mishandeling, verboden wapenbezit en bedreiging met de dood. De man schoot bij een uit de hand gelopen familieruzie zijn schoonzoon neer en mishandelde zijn dochter.
Slechte familierelatie
Er was sprake van een langlopend familieconflict. Op 30 september 2023 is verdachte met zijn beide zoons naar het metaalbedrijf van zijn schoonzoon in Coevorden gegaan om verhaal te halen. Verdachte heeft daarbij een (geladen) vuurwapen met zich meegenomen uit angst dat zijn schoonzoon een vuurwapen bij zich droeg en hem of zijn zoons zou neerschieten. Op het terrein van het metaalbedrijf is de situatie zodanig geëscaleerd dat verdachte zijn vuurwapen heeft getrokken en op zijn schoonzoon heeft geschoten. Een van de kogels heeft zijn schoonzoon in zijn buik geraakt, met levensbedreigend letsel tot gevolg.
Strafmotivering
Een langlopend familieconflict is op vreselijke wijze geëscaleerd. Een opeenstapeling van gevoelens van woede, wanhoop, frustratie en de drang om ‘verhaal te halen’ en zijn schoonzoon ‘tot rede te brengen’ hebben er uiteindelijk toe geleid dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot doodslag op en een bedreiging van zijn schoonzoon en een mishandeling van zijn dochter. Met zijn handelen heeft verdachte de lichamelijke integriteit van zijn dochter en schoonzoon op grove wijze geschonden. Zijn schoonzoon is door een kogel geraakt in zijn onderbuik, met levensbedreigend letsel tot gevolg. Een spoedoperatie was nodig om dit letsel te herstellen.
Tijdens het incident waren de beide zoons van verdachte, de kinderen van zijn schoonzoon en dochter (en kleinkinderen van verdachte) en een werknemer van het bedrijf van zijn schoonzoon aanwezig. Ook voor hen is het handelen van verdachte zeer gevaarlijk geweest en het moet voor hen een onwerkelijke en angstige situatie zijn geweest om hun vader en opa zo agressief te zien. De rechtbank neemt verdachte dit bijzonder kwalijk. De rechtbank stelt voorop dat zij de indruk heeft gekregen dat verdachte oprecht spijt heeft van zijn handelen. De vraag van de rechtbank hoe de situatie zo heeft kunnen escaleren, heeft verdachte ter terechtzitting niet goed kunnen beantwoorden. De rechtbank heeft daarbij de indruk gekregen dat verdachte zelf ook met deze vraag worstelt en dat dit ook voor hem nog niet te bevatten is. Tegen de achtergrond van het familieconflict, lijkt het handelen van verdachte dan ook voornamelijk situationeel bepaald te zijn.
Strafoplegging
Gelet op de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met het opleggen van een andere straf dan een langdurige gevangenisstraf. De rechtbank zal een lagere straf opleggen dan door de officier van justitie is geëist. De rechtbank heeft daarbij gelet op straffen die in min of meer vergelijkbare zaken zijn opgelegd. Alles afwegende, acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden.
ECLI:NL:RBNNE:2024:2044
VROUW EN ZOON VEROORDEELD VOOR MENSENHANDEL 14-JARIG MEISJE
Lelystad, 10 mei 2021
Een 39-jarige vrouw uit Amsterdam en haar 19-jarige zoon zijn veroordeeld voor mensenhandel van een minderjarig meisje. Zij hebben een toen 14-jarig meisje aangemoedigd en gefaciliteerd om geld te verdienen met seks, onder andere in een hotel in Almere. De vrouw is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Haar zoon heeft een jeugddetentie van 10 maanden opgelegd gekregen en de PIJ-maatregel.
Seksafspraakjes
In januari 2020 is de jongen door het meisje benaderd om haar te helpen met een seksadvertentie. Hij heeft aangegeven haar te willen helpen en haar vervolgens instructies gegeven. Ook heeft hij advies gevraagd aan zijn moeder. De moeder heeft zich vervolgens met de advertenties bemoeid en instructies gegeven. Ook stelde zij haar huis ter beschikking. Hoewel het meisje later nog twijfelde, heeft zij op aandringen toch een account aangemaakt op een website waar seksafspraken gemaakt kunnen worden. Bij de advertenties zijn ook naaktfoto’s geplaatst. Er vonden meerdere gesprekken met potentiële klanten plaats. Hoewel de meeste gesprekken niet tot een daadwerkelijke afspraak hebben geleid heeft er wel één afspraak plaatsgevonden in een hotel in Almere. Het meisje heeft daar seks gehad met een man die voor de afspraak 600 euro betaalde. Hiervan heeft zij 400 euro afgegeven aan de jongen, die dat geld weer aan zijn moeder gaf.
Medeplegen
In het dossier bevinden zich onder andere appgesprekken. Volgens de verdediging van de moeder en zoon ging een deel van de gesprekken niet over het maken van een seksafspraak voor het slachtoffer, maar om de verkoop van een DJ-set. De rechtbank gelooft dit verhaal niet. Uit de gesprekken met het slachtoffer en het dossier blijkt dat de gesprekken wel degelijk over seksafspraken gingen. Beide verdachten hadden een onmisbare rol en er was sprake van een nauwe en bewuste samenwerking. Juridisch betekent dit dat moeder en zoon schuldig zijn aan het medeplegen van mensenhandel.
PIJ-maatregel
De rechtbank neemt het moeder en zoon zeer kwalijk dat zij hebben geholpen om het meisje uit te buiten. Minderjarigen moeten maximaal beschermd worden tegen grensoverschrijdend gedrag waarvan bekend is dat slachtoffers op latere leeftijd nog de nadelige psychische gevolgen kunnen ondervinden. De verdachten zijn geheel aan de belangen van het slachtoffer voorbij gegaan en hadden alleen oog voor eigen financieel gewin. Een 14-jarige is niet geschikt voor dit werk, en moeder en zoon hebben hier nooit bij stilgestaan. De jongen heeft zich daarnaast ook schuldig gemaakt aan heling, diefstal en hij was in het bezit van een wapen. Volgens deskundigen leidt hij aan een stoornis, dat ook seksueel gerelateerd is. De rechtbank is het met de deskundigen eens dat behandeling nodig is. Daarnaast straft de rechtbank de jongen, ook voor de feiten die hij pleegde toen hij meerderjarig was volgens het jeugdstrafrecht. Naast de jeugddetentie legt de rechtbank ook de zogenoemde PIJ-maatregel op voor de duur van 2 jaar (te verlengen tot maximaal 7 jaar). In de volksmond wordt deze behandeling ook wel jeugd-tbs genoemd. Ook moeten moeder en zoon het slachtoffer een schadevergoeding betalen.
LEES DE VOLLEDIGE UITSPRAAK: ECLI:NL:RBMNE:2021:1867 EN ECLI:NL:RBMNE:2021:1868
0 UUR TAAKSTRAF VOOR AANRANDING TIJDENS SPOOKTOCHT OP CAMPING
Lelystad, 07 mei 2021
Een 36-jarige man uit Urk is door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot een taakstraf van 80 uur. De man maakte zich op 10 augustus 2019 schuldig aan aanranding van een vrijwilliger van een spooktocht. De spooktocht vond plaats op een camping in Biddinghuizen.
Seksuele intentie
Tijdens de spooktocht tilde de man de vrijwilligster op. Dit deed hij door haar billen vast te pakken. Toen hij haar had neergezet pakte hij met zijn handen haar gezicht vast en zei: ‘met schmink ben je lekker, maar zonder ben je nog lekkerder’. Daarna heeft hij haar borsten betast en maakte een seksueel getinte opmerking. Verschillende getuigen hebben dit gezien en hierover ook bij de politie verklaard. Dat de man geen seksuele intentie had gelooft de rechtbank niet. Niet alleen heeft hij de vrijwilligster op intieme delen aangeraakt, hij maakte ook opmerkingen waaruit de seksuele intentie kan worden afgeleid.
GHB
Volgens de advocaat van de verdachte is hij mogelijk gedrogeerd met GHB. Een getuige verklaarde namelijk dat iemand die avond GHB in een drankje zou hebben gedaan. De man uit Urk zou dit drankje vervolgens hebben opgedronken, terwijl dit drankje niet voor hem bestemd was. Bij de rechter-commissaris verklaarde de getuige dat deze persoon later heeft gezegd dat hij dat niet heeft gedaan, maar enkel gezegd heeft om stoer te doen. De rechtbank kan op basis van deze verklaring niet vaststellen of verdachte gedrogeerd is, met welke hoeveelheid dat dan zou zijn geweest en of dit van invloed was op het gedrag van de man. Vast staat wel dat hij onder invloed was van een forse hoeveelheid alcohol, maar dit heeft hij zelf opgedronken. Hij is dan ook schuldig aan de aanranding en verdient een straf.
Geen voorwaardelijke straf
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Daarnaast heeft de rechtbank rekening gehouden met het feit dat de aanranding in 2019 plaatsvond en dat de man niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest. De officier had de rechtbank gevraagd een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen en een taakstraf van 80 uur. Uit niets blijkt dat de kans op herhaling reëel is waardoor een stok achter de deur – een voorwaardelijke straf – niet nodig is.
LEES DE VOLLEDIGE UITSPRAAK: ECLI:NL:RBMNE:2021:1827
HUISHOUDELIJK GEWELD: 9 JAAR CEL EN CONTACTVERBOD
Utrecht, 03 mei 2021
Een 44-jarige man uit Utrecht heeft zich jarenlang schuldig gemaakt aan excessief, veelvuldig en mensonterend huiselijk geweld. De rechtbank Midden-Nederland veroordeelt de man tot een gevangenisstraf van 9 jaar. Ook mag hij de komende jaren geen contact opnemen met zijn ex-vrouw, kinderen en haar familie.
Vader voerde moeder poep en urine
Jarenlang terroriseerde de man het gezin. Vanaf 2007 mishandelt hij stelselmatig zijn vrouw en kinderen. Het blijft niet alleen bij het slaan en trappen. Zo pakt hij op een gegeven moment met een tang de tong van de vrouw vast en trekt haar op die manier door de woning. Ook dwingt hij zijn echtgenoot om poep en urine van hun kinderen te eten en te drinken. Op 7 juni 2020 doet de vrouw aangifte. Kort daarvoor heeft de man geprobeerd zijn vrouw te doden door met een mes in haar bovenbeen te steken. Ook heeft hij kokend water over haar borsten gegoten. De rechtbank noemt de handelingen van de man uitzonderlijk, sadistisch en wreed. Bijzonder wreed voor de vrouw, maar ook richting de kinderen, is dat hij haar jarenlang heeft mishandeld, gekleineerd, beledigd en bedreigd waar de kinderen bij waren. Bovendien heeft de man de kinderen aangezet om hun moeder te mishandelen. De rechtbank vindt dat de man daarmee ook de kinderen (psychisch) heeft mishandeld.
Geen tbs
Sinds de aangifte hebben verschillende deskundigen geprobeerd om een beeld van de man te schetsen. Hij weigert alleen iedere medewerking. Zo is juridisch ook niet vast komen te staan of de man lijdt aan een stoornis. Het is daarom voor de rechtbank ook niet mogelijk om een tbs-maatregel op te leggen.
Straf
Bij het bepalen van de gevangenisstraf heeft de rechtbank rekening gehouden met de manier waarop de man zijn gezin terroriseerde. Ook weegt de rechtbank mee dat de man niet wilde meewerken aan onderzoek van deskundigen. De officier van justitie had gevraagd om – indien de rechtbank geen tbs oplegt – een gevangenisstraf van 8 jaar. De rechtbank vindt dat te weinig en legt de man een onvoorwaardelijke celstraf op van 9 jaar. Daarnaast zeggen deskundigen van het Landelijk Expertise Centrum Eer gerelateerd Geweld dat er een kans bestaat op eerwraak. De rechtbank legt daarom een contactverbod op en een maatregel die het mogelijk maakt om de man na afloop van de gevangenisstraf nog beperkingen op te leggen bijvoorbeeld in de contacten met zijn vrouw en kinderen.
LEES DE VOLLEDIGE UITSPRAAK: ECLI:NL:RBMNE:2021:1786
GEEN CELSTRAF WEGENS NOODWEER
Utrecht, 22 april 2021
Een 46-jarige man uit Veenendaal die vorig jaar bij zijn woning twee mannen neerstak met een mes krijgt geen straf. De rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat hij uit noodweer handelde en ontslaat hem van alle rechtsvervolging. De man maakte zich wel schuldig aan een strafbaar feit, maar is niet strafbaar.
Conflict ging over drugs
Dat de steekpartij met een aardappelschilmesje op 14 december plaatsvond en dat het verdachte was die op de twee mannen instak, staat wel vast. De Veenendaler bekende dit vrijwel direct na de steekpartij. Over de aanleiding voor de steekpartij lopen de verklaringen uiteen. Volgens de twee aangevers werden zij gestoken omdat zij nog geld van de man tegoed hadden voor het repareren van een scooter. Deze verklaringen vinden geen steun in het dossier. Zo is verdachte nooit in het bezit geweest van een scooter. Volgens hem kwamen de mannen naar zijn woonadres omdat zij dachten dat hij in het verleden op de pof drugs van hen had gekocht. Hij heeft vanaf het begin steeds dezelfde verklaring gegeven voor de steekpartij die wél ondersteund wordt door informatie uit het dossier. In de telefoon van de verdachte zijn berichten gevonden waaruit blijkt dat hij inderdaad voor de steekpartij cocaïne probeerde te kopen zonder daar direct voor te betalen. Daarnaast heeft de man verklaard dat hij door de twee aangevers is geslagen met een ploertendoder. Dit komt overeen met het letsel op de schouder van de man. Ook is na de steekpartij in de buurt van de woning een ploertendoder gevonden.
Niet alle verdenkingen bewezen
De man werd ook verdacht van het misbruiken van vijf andere leerlingen. Hiervan spreekt de rechtbank hem vrij. Ten aanzien van twee leerlingen is bewezen dat de leraar hun schouders en nek heeft gemasseerd. Hoewel dit ongewenst en ongepast kan zijn, is echter niet vast komen te staan dat er sprake was van seksuele handelingen en daarmee van ontucht.
Noodweer
De rechtbank komt tot de conclusie dat de aangiftes van de aangevers ongeloofwaardig zijn, terwijl de verklaring van verdachte overeenkomt met bewijsmiddelen in het dossier. De volgende vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of sprake is van noodweer. Het slaan met een ploertendoder kan juridisch gezien worden als een ‘ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding’. Een ploertendoder is in potentie een dodelijk wapen. Verdachte mocht zich hier tegen verdedigen met een aardappelschilmesje. Het beroep op noodweer slaagt, zo concludeert de rechtbank Midden-Nederland. Dat betekent dat de Veenendaler wordt ontslagen van alle rechtsvervolging. Hij heeft wel gestoken, maar krijgt geen straf omdat het bewezenverklaarde in deze zaak niet strafbaar is.
LEES DE VOLLEDIGE UITSPRAAK:
ECLI:NL:RBMNE:2021:1588
VRIJGESPROKEN VAN MEDEPLEGEN DUBBELE DOODSLAG AL DAN NIET GEVOLGD DOOR DIEFSTAL
Een 31-jarige Albanees is vrijgesproken van het medeplegen van een dubbele doodslag al dan niet gevolgd door diefstal in een pand aan de Bovenweg in Rotterdam. Dat heeft het gerechtshof Den Haag vandaag beslist.
Op 15 januari 2015 kwamen in het betreffende pand 2 broers van Albanese afkomst door vuurwapengeweld om het leven. In het pand werd ten minste 21 keer geschoten met 3 vuurwapens. De nu vrijgesproken man was tijdens de schietpartij in het pand en raakte zelf ook ernstig gewond. Het gerechtshof kan niet vaststellen dat de man 1 van de schutters was en ook niet dat er vooraf een plan was om de broers te beroven. In deze zaak zijn in hoger beroep aanvullende onderzoeken verricht. Doordat er zo vaak is geschoten, kan toch niet goed worden gereconstrueerd hoe de schietpartij is verlopen. De andere verdachte in deze zaak is voortvluchtig.
De rechtbank was ook al tot een vrijspraak gekomen voor het schietincident. Het Openbaar Ministerie was daartegen in hoger beroep gegaan en had een veroordeling tot een gevangenisstraf van 20 jaar geëist. Wel is de verdachte indertijd door de rechtbank onherroepelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar met aftrek van voorarrest voor handelen in strijd met de Opiumwet en de Wet Wapens en Munitie. Daartegen was geen hoger beroep ingesteld.
LEES DE VOLLEDIGE UITSPRAAK: ECLI:NL:GHDHA:2020:1314
IN HOGER BEROEP VEROORDEELD TOT 20 JAAR CEL VOOR PLEGEN VAN ONDER MEER DOODSLAG
Een 36-jarige Amsterdammer is in hoger beroep veroordeeld tot 20 jaar cel voor het plegen van onder meer doodslag. Het gerechtshof Amsterdam heeft dit vandaag beslist. De gevangenisstraf is 4 jaar hoger dan die de rechtbank eerder oplegde. Het Openbaar Ministerie, dat net als de verdachte in hoger beroep was gegaan van dat vonnis, had 18 jaar gevangenisstraf geëist.
De man schoot in november 2016 op de Ten Katestraat minstens 7 keer op twee broers die hem hadden achterhaald nadat hij had geprobeerd om een afpersing te plegen in de toenmalige shishalounge daar. De schietpartij vond plaats tijdens het afbouwen van de Ten Katemarkt op de avond dat kinderen daar in de buurt Sint-Maarten vierden. De broers raakten gewond en een 18-jarige jongeman, die wat verderop stond te kijken, werd dodelijk getroffen. Het gerechtshof overwoog dat de veroordeelde man onnoemelijk leed heeft toegebracht aan de nabestaanden van het jonge slachtoffer. Ook de broers ervaren nog dagelijks de gevolgen van deze schietpartij.
Het gerechtshof strafte hoger dan geëist omdat het extra gewicht toekende aan het gewelddadige verleden van de man. Onder meer schoot hij in 2007 een man dood die weigerde zich te laten beroven. Daarnaast overwoog het gerechtshof dat de man overduidelijk psychische problemen heeft en door niet mee te werken aan een onderzoek in het PBC heeft belemmerd dat een goede diagnose kon worden gesteld voor een behandeling.
Bovenop deze straf komt nog ruim 3 jaar detentie omdat het hof ook de aan de man verleende voorwaardelijke invrijheidstellingen van eerdere straffen heeft herroepen.
De man moet aan de nabestaanden schadevergoeding betalen, onder andere voor de begrafenis van het slachtoffer in het buitenland. Ook moet hij de twee gewonde broers onder meer elk 5.000 euro smartengeld betalen.
LEES DE VOLLEDIGE UITSPRAAK: ECLI:NL:GHAMS:2020:2036
33-JARIGE MAN VRIJGESPROKEN VAN ELKE STRAFBARE BETROKKENHEID BIJ DOOD DOCHTERTJE VAN VRIENDIN
De rechtbank Noord-Holland heeft een 33-jarige man vrijgesproken van elke strafbare betrokkenheid bij de dood van het dochtertje van zijn vriendin. De beschuldiging was in vier varianten vorm gegeven, van doodslag tot dood door schuld.
Het meisje was 1 jaar en 9 maanden oud, toen de man haar op 14 september 2019 met ernstig (schedel)hersenletsel naar het ziekenhuis bracht. Volgens de man was hij thuis met het meisje op de arm gestruikeld. Op de vloer van de overloop lag gedeeltelijk laminaat met een ondervloer die uitstak.
Hij struikelde over de rand van het laminaat of de ondervloer, verloor zijn evenwicht en viel. Het meisje viel met haar hoofd tegen de muur en de man is op of tegen haar aan gevallen. Beneden op de bank verloor zij het bewustzijn, waarna hij naar het ziekenhuis is gegaan. Daar is zij op 18 september 2019 overleden.
Door de patholoog is sectie verricht, waarbij ernstige uitgebreide traumatische letsels in het hoofd zijn vastgesteld. Volgens hem kan dit hoofdletsel (en de gevolgen daarvan) de niet-natuurlijke dood van het meisje hebben veroorzaakt. Het is bij leven opgelopen door een hevige botsende gewelds(krachts)inwerking. Dit kan zijn gebeurd door geweld (niet-accidenteel) en door een ongeluk (accidenteel), bijvoorbeeld bij een val van meer dan 1,5 meter hoogte.
Ook een forensische kinderarts heeft het aantreffen van het schedelhersenletsel bij het meisje waarschijnlijker (namelijk een 10 tot 100 keer grotere kans) geacht onder de hypothese van inwerking door geweld dan onder de hypothese van inwerking door een ongeluk.
De artsen zijn op de zitting uitgebreid als deskundigen gehoord. Hoewel zij bij hun conclusies bleven, werd ook duidelijk dat er enkele feitelijke gegevens ontbraken om die conclusies zonder enig voorbehoud te kunnen onderschrijven. Zo zouden een val van meer dan 1,5 meter hoogte, en/of een hoge beginsnelheid en/of een krachtige draai, mogelijk ook het vastgestelde trauma veroorzaakt kunnen hebben.
Er is dus meer feitelijke informatie nodig, in het bijzonder de gegenereerde beginsnelheid bij de struikeling over het laminaat, om met volledige zekerheid te kunnen beoordelen of de door de man beschreven val als oorzaak van het letsel is uit te sluiten.
Op basis hiervan concludeert de rechtbank enerzijds dat er weinig aanknopingspunten zijn om uit te gaan van de door de man geschetste gang van zaken, anderzijds dat de verklaring van de man door het gemaakte voorbehoud van de deskundigen niet volledig opzij geschoven kan worden. Bovendien is voor een bewezenverklaring uiteindelijk een forensisch oordeel nodig dat is uitgedrukt in een bepaalde mate van zekerheid over wat er wel is gebeurd.
De rechtbank valt daarom terug op de algemene conclusie van de beide deskundigen dat het letsel van het meisje waarschijnlijker is onder de hypothese van inwerking door geweld dan onder de hypothese van inwerking door een ongeluk.
En dat vindt de rechtbank onvoldoende om de man, buiten redelijke twijfel, schuldig te achten aan de dood van het meisje, in welke variant dan ook, omdat betekenisvolle, aanvullende feiten en omstandigheden ontbreken. Daarin verschilt de rechtbank van de officieren van justitie. Zij gingen uit van aanvullende omstandigheden en eisten 8 jaar gevangenisstraf voor doodslag op het meisje door de man.
LEES DE VOLLEDIGE UITSPRAAK: ECLI:NL:RBNHO:2020:5429
TIENERS HARD AANGEPAKT: UREN IN DE CEL VOOR STELEN KOEKJE
HET PAROOL – RAOUNAK KHADDARI – 24 NOVEMBER 2018, 13:00
Met een vermaning kwamen snoepjes stelende tieners er doorgaans wel vanaf. Direct mee naar het bureau, uren vast in de cel en worden behandeld als een echte crimineel, dat is de nieuwe realiteit. ‘Het is hartstikke willekeurig.’
Een rol koekjes, lipgloss, een zak snoep of een blikje fris. Een minderjarige die een van deze producten zonder afrekenen in zijn jaszak of Eastpak stopt, de winkel uitloopt en wordt betrapt, hoeft niet meer te rekenen op slechts een reprimande. “Tegenwoordig is het bijna zeker dat je staande wordt gehouden en mee moet naar het bureau”, zegt jeugdadvocaat Harald Meijer.
Dat jongeren in Nederland steeds strenger worden aangepakt, durft de advocaat wel te stellen. Dat vindt ook Katja Berk. In een brief aan Het Parool vorige week beschrijft zij hoe haar 15-jarige zoon gehuld in een zwart scheurpak in een cel moest wachten, nadat hij was opgepakt door een undercoveragent voor het stelen van een beeld van een lammetje uit het café van Lil’ Kleine.
Basaltachtig
In het Jeugdjournaal deden drie tieners hun beklag nadat ze waren verdacht van het stelen van lippenstift en, jawel, koekjes. Zij brachten urenlang door in een cel en kregen te maken met ‘boze’ agenten. En in de Volkskrant probeerde journalist Toine Heijmans het delict van zijn kind niet te bagatelliseren.
Zijn 13-jarige zoon zat in papieren gevangenisbroek in een cel nadat hij, daar zijn ze weer, koekjes en twee drankjes had gestolen. ‘Als hij moet plassen escorteert een cipier hem naar de wc.’ Zijn zoon bleef bijna zeven uur opgesloten ‘in het basaltachtige cellencomplex’.
“De mensen die denken dat er te soft wordt geageerd, zijn dezelfden die denken dat de gevangenis een hotel is,” zegt jeugdadvocaat Meijer. “Ik zou zeggen: ga er zelfs eens een week zitten en kijk hoe lang je dat volhoudt.”
Het lik op stuk is niet zomaar. “Uit onderzoek en ervaring blijkt dat als men weet dat er direct wordt opgetreden het weerhoudt een grens over te gaan,” weet de advocaat. “Anders zingt al gauw het lied rond: joh, je wordt toch niet gepakt.”
Kinderrechtenverdrag
Volgens Meijer is het kinderen vooral om de kick te doen. “Op vrijdagmiddag bijvoorbeeld, dan is het spitsuur voor de jeugdadvocaten die dienst hebben.” Het gaat dan vaak op kleine winkeldiefstallen, door ‘zowel vmbo’ers als gymnasiasten’. De jongeren die ondanks de mogelijke consequenties toch besluiten voor de kick te gaan, belanden in het rad van fortuin.
Die beeldspraak is jovialer dan de werkelijkheid; het gehele justitiële apparaat treedt direct in werking. Nadat het kind is ontdaan van veters, koorden, kettingen of andere mogelijk verstikkende materialen en de ouders zijn gebeld, is het wachten in de politiecel.
Net zolang tot de minderjarige kan worden voorgeleid aan de officier van justitie. Maar niet voordat iemand van Jeugdbescherming is gearriveerd, een jeugdadvocaat op het bureau aanwezig is en ook de Kinderbescherming is ingeschakeld.
Uiterste maatregel
Bij de aanhouding wordt verder geen onderscheid gemaakt tussen minderjarigen en volwassenen. Sterker nog: de manier waarop er in Nederland met kinderen wordt omgegaan op politiebureaus is in strijd met Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties dat ons land in 1989 heeft ondertekend, zegt Maartje Berger, juridisch adviseur jeugdrecht bij Defence for Children.
“Opsluiten mag slechts een uiterste maatregel zijn en een minderjarige verdachte een nacht in de cel laten bij wijze van straf is niet toegestaan. Het kan alleen als er geen andere mogelijkheid is en het noodzakelijk is voor opsporingsonderzoek.”
“Kinderen direct in de cel gooien voor een jeugddelict, zoals een lippenstift meenemen of een pak koekjes achteroverdrukken, is een schending van de rechten van het kind.” Defence for Children trok hierover eerder aan de bel. “Hier worden fundamentele kinderrechten overschreden.”
Strafblad
In november vorig jaar bracht Defence for Children in samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Jeugdrechtadvocaten daarom een adviesrapport uit aan minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming. “Hij heeft nog niet gereageerd.”
De gevolgen voor minderjarigen kunnen heftig zijn. Een kleine misstap kan kinderen nog lang achtervolgen. Van een uittreksel justitiële documentatie – in de volksmond ‘een strafblad’ – wordt een veroordeling tot straf niet meer geschrapt als de dader meerderjarig wordt. “Dat kan problemen opleveren als ze bijvoorbeeld stage lopen,” zegt Meijer. Een Verklaring Omtrent Gedrag is voor het minste al nodig. Zelfs voor een callcenterbaantje waar gewerkt wordt met privacygevoelige informatie.
De woordvoerder van de landelijke politie, laat weten zich niet te herkennen in het beeld dat jongeren strenger worden aangepakt. “Als anderen dat vinden, dan is dat voor hun rekening”. Volgens de woordvoerder vragen agenten zich altijd af of het noodzakelijk is een kind mee te nemen naar het bureau.
We doen het liever niet, we zijn het zelfs eens met Defence For Children dat kinderen zo min mogelijk de cel in moeten. Anderzijds hebben agenten zich ook aan de wet te houden. Dus als er in de wet staat dat een kind recht heeft op een advocaat en die advocaat laat of later is, dan kan het zijn dat het kind in de cel belandt.”
Wel geeft de woordvoerder toe dat er werk aan de winkel is. Wat hoewel agenten ‘getraind zijn met alle leeftijden om te gaan en de meesten in staat zijn om kinderen en jongeren op een pedagogisch verantwoorde wijze te benaderen, zien we ook dat we er aandacht aan moeten blijven geven’. Met de Politieacademie onderzoekt de landelijke politie daarom wat er extra nodig is om dit in de basisopleiding al te realiseren.’
Excuusbrief
“En als het even kan probeert justitie bij kleine delicten een Haltstraf op te leggen”, zegt Eveline Huis van Bureau Halt. De samenstelling van de letters staat voor Het Alternatief. Jongeren krijgen dat bij een overtreding, zoals te vroeg vuurwerk afsteken maximaal twee keer aangeboden, bij een misdrijf één keer.
“Het is de kans om een veroordeling en dus een strafblad te ontlopen. Door middel van pedagogische interventie proberen we de dader van zijn daad te laten leren en herhaling te voorkomen. Ze moeten bijvoorbeeld een excuusbrief schrijven.”
“Halt is al een stap te ver,” zegt juridisch adviseur Berger. “Het gaat erom dat kinderen die worden opgepakt, nog voor ze worden voorgeleid als volwassen daders of verdachten worden behandeld. Het is een kind. Een kind dat een grens is overgegaan. En dan is het ook nog eens hartstikke willekeurig hoe er met minderjarigen op het politiebureau wordt omgegaan.”
Andere regels
De juridisch adviseur wijst erop dat het tijdstip waarop een kind wordt aangehouden, grotendeels bepalend is voor de vraag of de verdachte een nacht in de cel moet doorbrengen.
In Amsterdam hebben vier jeugdrechtadvocaten per dag piketdienst. Twee van zeven uur ’s ochtends tot half twee middags en twee van half twee tot acht uur ’s avonds. Wie zich na acht uur laat verleiden tot een misstap, is niet zelden veroordeeld tot een nacht in de cel.
Maartje Berger: “En dan treft de één een agent die geduld en enige pedagogische kwaliteiten bezit, terwijl een ander een keiharde diender voor zijn kiezen krijgt. Hoewel er toch echt in het verdrag is opgenomen dat je voor kinderen andere regels in acht moet nemen dan voor volwassenen. Dat doet de politie in Nederland nog te weinig, die overschrijdt nu zélf een grens.”
STRAFRECHT
Man steekt onderbuurman dood en verwondt andere buurman ernstig: TBS met dwangverpleging
Amsterdam, 31 mei 2024
De 36-jarige man die op 1 augustus 2023 in Amsterdam-West zijn 25-jarige onderbuurman doodstak en een 29-jarige onderbuurman ernstig verwondde, is veroordeeld voor moord en poging tot doodslag. Wel pleegde hij deze feiten volledig onder invloed van zijn psychische stoornis, waardoor hij ontoerekeningsvatbaar is. De rechtbank legt hem tbs met dwangverpleging op.
Op 1 augustus 2023 werd de politie naar een woning in Amsterdam-West gestuurd, omdat er een steekincident had plaatsgevonden. De politie trof op het balkon van de woning een 36-jarige man aan in een wit bebloed T-shirt en met een groot keukenmes in zijn hand. Hij zwaaide met het mes en riep meermaals dat hij iemand had doodgestoken en dat diegene dat verdiende. De politie trof in de opbergruimte bij de woning een zwaargewonde 29-jarige man. Zijn 25-jarige huisgenoot vond de politie in de woning op bed omringd door veel bloed. Reanimatie mocht meer niet meer baten.
Opzet en met voorbedachten rade
De rechtbank oordeelt dat de man zijn onderbuurman opzettelijk en met voorbedachten rade meermaals met een keukenmes heeft gestoken, en dat hij aan de gevolgen daarvan is overleden. De rechtbank concludeert dat de man het keukenmes waarmee hij zijn onderbuurman doodstak, moet hebben meegenomen toen hij de woning binnenging. De rechtbank ziet ook opzet bij het proberen te doden van het andere slachtoffer. Die probeerde het leven van zijn huisgenoot te redden en moest daarbij letterlijk vechten voor het leven van zijn huisgenoot en van zichzelf.
Psychische stoornis
De verdachte is onderzocht in het Pieter Baan Centrum. Op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek tijdens de zitting, ziet de rechtbank de man als een persoon die onder invloed van zijn psychische stoornis in een andere, parallelle werkelijkheid leeft. Hij leefde al lange tijd, in aanloop naar de gepleegde strafbare feiten én tijdens het plegen, in een zeer uitgebreide en continue waanwereld waarvan verschillende mensen, onder wie zijn onderburen, deel uit maakten. Ook vertoonde hij steeds meer dreigend en agressief gedrag. Bovendien nam de rechtbank tijdens de zitting zelf waar dat de man nog steeds in een waanwereld leeft. Zo verklaarde hij in een complot te zijn beland, noemde het strafproces bij de rechtbank een schijnproces en vroeg om een overlijdensakte van het slachtoffer. Hij zei meermaals te zijn ontvoerd en dat hij de afgelopen tien jaar steeds via zijn tabak werd vergiftigd. Er viel op geen enkele wijze een normaal gesprek met hem te voeren.
De rechtbank oordeelt dat de man tijdens het plegen van de strafbare feiten volledig heeft gehandeld onder invloed van zijn psychische stoornis en dat hij door deze stoornis niet meer in staat was om zijn eigen wil te vormen. Daarom kan aan hem geen straf worden opgelegd. De rechtbank verklaart hem volledig ontoerekeningsvatbaar en legt hem tbs met dwangverpleging op. Aan de nabestaanden en het 29-jarige slachtoffer moet hij schadevergoedingen betalen.
ECLI:NL:RBAMS:2024:3052
Ernstig seksueel misbruik 2 kwetsbare vrouwen: 4 jaar cel en TBS
‘s-Hertogenbosch, 31 mei 2024
Een 40-jarige man krijgt een gevangenisstraf van 4 jaar en terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging. Dat heeft de rechtbank Oost-Brabant bepaald. Hij maakte zich onder meer schuldig aan ernstig seksueel misbruik van twee kwetsbare vrouwen. Na zijn celstraf en tbs kan de man nog onder toezicht of verdere behandeling worden gesteld.
De verdachte had in augustus 2022 in een periode van drie weken verschillende keren seks met een vrouw in haar woning in Berghem. Ook in januari 2023 had hij seksueel contact met haar, dit keer in Tilburg. Volgens de verdachte gebeurde dit vrijwillig. De vrouw verklaarde echter dat zij tegen haar wil seks had met de verdachte. Zij beschreef onder meer dat zij in augustus 2022 werd gedwongen tot seks met de verdachte en een andere man, waarbij zij met tie-wraps werd vastgebonden en er een deken over haar hoofd werd gelegd. In januari 2023 werd zij hardhandig gedwongen verdachte oraal te bevredigen. De rechtbank acht in beide situaties verkrachting bewezen.
In augustus 2022 nam de verdachte ook nog de bankpas van het slachtoffer mee en pinde een aantal keer geld van haar bankrekening. Daarnaast nam hij zonder toestemming haar scooter mee en veroorzaakte daarmee een verkeersongeval in Vorstenbosch. De verdachte is daarom ook veroordeeld voor diefstal en joyriding.
Tweede slachtoffer
In dezelfde periode had de verdachte seks met een vrouw met een niet aangeboren hersenletsel, die op dat moment in een ggz-instelling verbleef vanwege ernstige psychische problemen. De verdachte had seks met deze vrouw, terwijl zij op dat moment zeer kwetsbaar was en onder invloed van in elk geval alcohol. Volgens de rechtbank moet de verdachte hebben geweten dat het slachtoffer niet meer voldoende in staat was haar wil te bepalen of hem weerstand te bieden. De verdachte maakte daar misbruik van.
Doortrapt en manipulatief
De verdachte maakte op doortrapte en manipulatieve wijze misbruik van de kwetsbaarheid van de slachtoffers. Zij waren weinig of niet weerbaar. Dit wist de verdachte en het lijkt erop dat hij de slachtoffers hierop uitzocht. Eén van de vrouw maakte de rechtbank duidelijk dat de gebeurtenissen tot op de dag van vandaag diepe sporen nalaten. Ook vreest zij dat de verdachte filmpjes van haar heeft verspreid of zal verspreiden. Verder neemt de verdachte op geen enkele wijze verantwoordelijkheid voor zijn gedrag. Hij ontkent stellig dat de seks tegen de zin van de vrouwen was en draait de situatie om door zich te presenteren als iemand die de slachtoffers juist wilde helpen. Zij zouden hem voortdurend hebben benaderd, zonder dat hij daar behoefte aan had. Daarnaast nam hij de scooter van één van de slachtoffers mee en pinde geld met haar bankpas. Hij profiteerde dus niet alleen seksueel van het slachtoffer, maar deed dit ook op andere manieren.
Narcistisch en paranoïde
Volgens een psycholoog en een psychiater is er bij de verdachte sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische kenmerken en paranoïde trekken. De rechtbank beschouwt hem daarom als verminderd toerekeningsvatbaar. Zonder behandeling is de kans op herhaling groot, stellen de deskundigen. Daarom legt de rechtbank naast een gevangenisstraf van 4 jaar ook tbs met dwangverpleging op. Tot slot legt de rechtbank een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op. Dit betekent dat de verdachte na zijn behandeling en detentie zo nodig nog langer onder toezicht of onder verdere behandeling kan worden gesteld.
ECLI:NL:RBOBR:2024:2330
2 jaar jeugddetentie voor 3 brandstichtingen en poging tot moord
Haarlem, 30 mei 2024
De rechtbank Noord-Holland heeft een 21-jarige man veroordeeld tot 2 jaar jeugddetentie, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, voor 3 brandstichtingen in woningen in Amsterdam Zuid-Oost in september 2023. Bij alle brandstichtingen wordt de verdachte ook veroordeeld voor poging tot moord.
Molotovcocktails
De verdachte nam via een kennis de opdracht aan om voor een beloning van 6.000 euro een vernieling te plegen. Via Snapchat werd hij geïnstrueerd hoe, waar en wanneer hij dit moest doen. De bedoeling was dat hij een molotovcocktail, die ergens anders in een plastic tas was klaargezet, moest aansteken en in een woning naar binnen moest gooien.
Op 14 september 2023 gooide de verdachte op aangeven van zijn opdrachtgever ’s middags een molotovcocktail in een woning, waardoor in die woning een brand is ontstaan. In de woning waren mensen aanwezig, die na het ontstaan van de brand de woning zijn ontvlucht.
Vervolgens kreeg hij de opdracht om bij een andere woning hetzelfde te doen. Op 18 september 2023 heeft hij in opdracht laat op de avond in deze woning een brand veroorzaakt door een brandende molotovcocktail naar binnen te gooien. Ook in deze woning waren mensen aanwezig. Doordat de brandweer tijdig ter plaatse was, is de schade beperkt gebleven. De verdachte heeft in opdracht twee dagen later, op 20 september 2023, bij dezelfde woning opnieuw 2 molotovcocktails naar binnen gegooid. De in de woning aanwezige mensen wisten tijdig te vluchten. De woning is vervolgens volledig uitgebrand.
Oordeel rechtbank
De rechtbank vindt bewezen dat de verdachte de 3 branden heeft gesticht en dat hij daarmee ook schuldig is aan poging tot moord. Hoewel het volgens de verdachte niet de bedoeling was dat er slachtoffers zouden vallen en hij ook in de veronderstelling was dat er geen mensen thuis waren, had hij kunnen weten dat dat het gevolg zou kunnen zijn. De verdachte heeft in alle 3 de gevallen doordacht en planmatig in woningen brand gesticht. Hij heeft niet gecontroleerd of er mensen in de woningen aanwezig waren op het moment dat hij de molotovcocktails de woningen in gooide. Hij heeft na het brandstichten ook niets gedaan om eventueel toch aanwezige mensen, of anderen, te waarschuwen.
De verdachte was tijdens de brandstichtingen 20 jaar. Volgens deskundigen functioneert hij sociaal-emotioneel op een jonger niveau en heeft hij pedagogische sturing nodig. De rechtbank neemt het advies van de deskundigen om het jeugdstrafrecht toe te passen over. De bewezen verklaarde feiten zijn zeer ernstig. Daarom legt de rechtbank hem de maximale jeugddetentie van 24 maanden op, waarvan 2 maanden voorwaardelijk. Tijdens de proeftijd van 3 jaar moet hij zich aan een aantal voorwaarden houden, zoals een meldplicht bij de reclassering, het volgen van ambulante behandeling en begeleiding, het deelnemen aan begeleid wonen of maatschappelijke opvang en het hebben van een dagbesteding. Daarnaast moet de verdachte aan verschillende slachtoffers een schadevergoeding betalen van in totaal bijna 60.000 euro.
ECLI:NL:RBNHO:2024:5306
poging tot doodslag, mishandeling, verboden wapenbezit en bedreiging met de dood: 5 jaar cel
Assen, 28 mei 2024
De rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, heeft een verdachte veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf voor poging tot doodslag, mishandeling, verboden wapenbezit en bedreiging met de dood. De man schoot bij een uit de hand gelopen familieruzie zijn schoonzoon neer en mishandelde zijn dochter.
Slechte familierelatie
Er was sprake van een langlopend familieconflict. Op 30 september 2023 is verdachte met zijn beide zoons naar het metaalbedrijf van zijn schoonzoon in Coevorden gegaan om verhaal te halen. Verdachte heeft daarbij een (geladen) vuurwapen met zich meegenomen uit angst dat zijn schoonzoon een vuurwapen bij zich droeg en hem of zijn zoons zou neerschieten. Op het terrein van het metaalbedrijf is de situatie zodanig geëscaleerd dat verdachte zijn vuurwapen heeft getrokken en op zijn schoonzoon heeft geschoten. Een van de kogels heeft zijn schoonzoon in zijn buik geraakt, met levensbedreigend letsel tot gevolg.
Strafmotivering
Een langlopend familieconflict is op vreselijke wijze geëscaleerd. Een opeenstapeling van gevoelens van woede, wanhoop, frustratie en de drang om ‘verhaal te halen’ en zijn schoonzoon ‘tot rede te brengen’ hebben er uiteindelijk toe geleid dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot doodslag op en een bedreiging van zijn schoonzoon en een mishandeling van zijn dochter. Met zijn handelen heeft verdachte de lichamelijke integriteit van zijn dochter en schoonzoon op grove wijze geschonden. Zijn schoonzoon is door een kogel geraakt in zijn onderbuik, met levensbedreigend letsel tot gevolg. Een spoedoperatie was nodig om dit letsel te herstellen.
Tijdens het incident waren de beide zoons van verdachte, de kinderen van zijn schoonzoon en dochter (en kleinkinderen van verdachte) en een werknemer van het bedrijf van zijn schoonzoon aanwezig. Ook voor hen is het handelen van verdachte zeer gevaarlijk geweest en het moet voor hen een onwerkelijke en angstige situatie zijn geweest om hun vader en opa zo agressief te zien. De rechtbank neemt verdachte dit bijzonder kwalijk. De rechtbank stelt voorop dat zij de indruk heeft gekregen dat verdachte oprecht spijt heeft van zijn handelen. De vraag van de rechtbank hoe de situatie zo heeft kunnen escaleren, heeft verdachte ter terechtzitting niet goed kunnen beantwoorden. De rechtbank heeft daarbij de indruk gekregen dat verdachte zelf ook met deze vraag worstelt en dat dit ook voor hem nog niet te bevatten is. Tegen de achtergrond van het familieconflict, lijkt het handelen van verdachte dan ook voornamelijk situationeel bepaald te zijn.
Strafoplegging
Gelet op de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met het opleggen van een andere straf dan een langdurige gevangenisstraf. De rechtbank zal een lagere straf opleggen dan door de officier van justitie is geëist. De rechtbank heeft daarbij gelet op straffen die in min of meer vergelijkbare zaken zijn opgelegd. Alles afwegende, acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden.
ECLI:NL:RBNNE:2024:2044
VROUW EN ZOON VEROORDEELD VOOR MENSENHANDEL 14-JARIG MEISJE
Lelystad, 10 mei 2021
Een 39-jarige vrouw uit Amsterdam en haar 19-jarige zoon zijn veroordeeld voor mensenhandel van een minderjarig meisje. Zij hebben een toen 14-jarig meisje aangemoedigd en gefaciliteerd om geld te verdienen met seks, onder andere in een hotel in Almere. De vrouw is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Haar zoon heeft een jeugddetentie van 10 maanden opgelegd gekregen en de PIJ-maatregel.
Seksafspraakjes
In januari 2020 is de jongen door het meisje benaderd om haar te helpen met een seksadvertentie. Hij heeft aangegeven haar te willen helpen en haar vervolgens instructies gegeven. Ook heeft hij advies gevraagd aan zijn moeder. De moeder heeft zich vervolgens met de advertenties bemoeid en instructies gegeven. Ook stelde zij haar huis ter beschikking. Hoewel het meisje later nog twijfelde, heeft zij op aandringen toch een account aangemaakt op een website waar seksafspraken gemaakt kunnen worden. Bij de advertenties zijn ook naaktfoto’s geplaatst. Er vonden meerdere gesprekken met potentiële klanten plaats. Hoewel de meeste gesprekken niet tot een daadwerkelijke afspraak hebben geleid heeft er wel één afspraak plaatsgevonden in een hotel in Almere. Het meisje heeft daar seks gehad met een man die voor de afspraak 600 euro betaalde. Hiervan heeft zij 400 euro afgegeven aan de jongen, die dat geld weer aan zijn moeder gaf.
Medeplegen
In het dossier bevinden zich onder andere appgesprekken. Volgens de verdediging van de moeder en zoon ging een deel van de gesprekken niet over het maken van een seksafspraak voor het slachtoffer, maar om de verkoop van een DJ-set. De rechtbank gelooft dit verhaal niet. Uit de gesprekken met het slachtoffer en het dossier blijkt dat de gesprekken wel degelijk over seksafspraken gingen. Beide verdachten hadden een onmisbare rol en er was sprake van een nauwe en bewuste samenwerking. Juridisch betekent dit dat moeder en zoon schuldig zijn aan het medeplegen van mensenhandel.
PIJ-maatregel
De rechtbank neemt het moeder en zoon zeer kwalijk dat zij hebben geholpen om het meisje uit te buiten. Minderjarigen moeten maximaal beschermd worden tegen grensoverschrijdend gedrag waarvan bekend is dat slachtoffers op latere leeftijd nog de nadelige psychische gevolgen kunnen ondervinden. De verdachten zijn geheel aan de belangen van het slachtoffer voorbij gegaan en hadden alleen oog voor eigen financieel gewin. Een 14-jarige is niet geschikt voor dit werk, en moeder en zoon hebben hier nooit bij stilgestaan. De jongen heeft zich daarnaast ook schuldig gemaakt aan heling, diefstal en hij was in het bezit van een wapen. Volgens deskundigen leidt hij aan een stoornis, dat ook seksueel gerelateerd is. De rechtbank is het met de deskundigen eens dat behandeling nodig is. Daarnaast straft de rechtbank de jongen, ook voor de feiten die hij pleegde toen hij meerderjarig was volgens het jeugdstrafrecht. Naast de jeugddetentie legt de rechtbank ook de zogenoemde PIJ-maatregel op voor de duur van 2 jaar (te verlengen tot maximaal 7 jaar). In de volksmond wordt deze behandeling ook wel jeugd-tbs genoemd. Ook moeten moeder en zoon het slachtoffer een schadevergoeding betalen.
LEES DE VOLLEDIGE UITSPRAAK: ECLI:NL:RBMNE:2021:1867 EN ECLI:NL:RBMNE:2021:1868
0 UUR TAAKSTRAF VOOR AANRANDING TIJDENS SPOOKTOCHT OP CAMPING
Lelystad, 07 mei 2021
Een 36-jarige man uit Urk is door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot een taakstraf van 80 uur. De man maakte zich op 10 augustus 2019 schuldig aan aanranding van een vrijwilliger van een spooktocht. De spooktocht vond plaats op een camping in Biddinghuizen.
Seksuele intentie
Tijdens de spooktocht tilde de man de vrijwilligster op. Dit deed hij door haar billen vast te pakken. Toen hij haar had neergezet pakte hij met zijn handen haar gezicht vast en zei: ‘met schmink ben je lekker, maar zonder ben je nog lekkerder’. Daarna heeft hij haar borsten betast en maakte een seksueel getinte opmerking. Verschillende getuigen hebben dit gezien en hierover ook bij de politie verklaard. Dat de man geen seksuele intentie had gelooft de rechtbank niet. Niet alleen heeft hij de vrijwilligster op intieme delen aangeraakt, hij maakte ook opmerkingen waaruit de seksuele intentie kan worden afgeleid.
GHB
Volgens de advocaat van de verdachte is hij mogelijk gedrogeerd met GHB. Een getuige verklaarde namelijk dat iemand die avond GHB in een drankje zou hebben gedaan. De man uit Urk zou dit drankje vervolgens hebben opgedronken, terwijl dit drankje niet voor hem bestemd was. Bij de rechter-commissaris verklaarde de getuige dat deze persoon later heeft gezegd dat hij dat niet heeft gedaan, maar enkel gezegd heeft om stoer te doen. De rechtbank kan op basis van deze verklaring niet vaststellen of verdachte gedrogeerd is, met welke hoeveelheid dat dan zou zijn geweest en of dit van invloed was op het gedrag van de man. Vast staat wel dat hij onder invloed was van een forse hoeveelheid alcohol, maar dit heeft hij zelf opgedronken. Hij is dan ook schuldig aan de aanranding en verdient een straf.
Geen voorwaardelijke straf
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Daarnaast heeft de rechtbank rekening gehouden met het feit dat de aanranding in 2019 plaatsvond en dat de man niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest. De officier had de rechtbank gevraagd een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen en een taakstraf van 80 uur. Uit niets blijkt dat de kans op herhaling reëel is waardoor een stok achter de deur – een voorwaardelijke straf – niet nodig is.
LEES DE VOLLEDIGE UITSPRAAK: ECLI:NL:RBMNE:2021:1827
HUISHOUDELIJK GEWELD: 9 JAAR CEL EN CONTACTVERBOD
Utrecht, 03 mei 2021
Een 44-jarige man uit Utrecht heeft zich jarenlang schuldig gemaakt aan excessief, veelvuldig en mensonterend huiselijk geweld. De rechtbank Midden-Nederland veroordeelt de man tot een gevangenisstraf van 9 jaar. Ook mag hij de komende jaren geen contact opnemen met zijn ex-vrouw, kinderen en haar familie.
Vader voerde moeder poep en urine
Jarenlang terroriseerde de man het gezin. Vanaf 2007 mishandelt hij stelselmatig zijn vrouw en kinderen. Het blijft niet alleen bij het slaan en trappen. Zo pakt hij op een gegeven moment met een tang de tong van de vrouw vast en trekt haar op die manier door de woning. Ook dwingt hij zijn echtgenoot om poep en urine van hun kinderen te eten en te drinken. Op 7 juni 2020 doet de vrouw aangifte. Kort daarvoor heeft de man geprobeerd zijn vrouw te doden door met een mes in haar bovenbeen te steken. Ook heeft hij kokend water over haar borsten gegoten. De rechtbank noemt de handelingen van de man uitzonderlijk, sadistisch en wreed. Bijzonder wreed voor de vrouw, maar ook richting de kinderen, is dat hij haar jarenlang heeft mishandeld, gekleineerd, beledigd en bedreigd waar de kinderen bij waren. Bovendien heeft de man de kinderen aangezet om hun moeder te mishandelen. De rechtbank vindt dat de man daarmee ook de kinderen (psychisch) heeft mishandeld.
Geen tbs
Sinds de aangifte hebben verschillende deskundigen geprobeerd om een beeld van de man te schetsen. Hij weigert alleen iedere medewerking. Zo is juridisch ook niet vast komen te staan of de man lijdt aan een stoornis. Het is daarom voor de rechtbank ook niet mogelijk om een tbs-maatregel op te leggen.
Straf
Bij het bepalen van de gevangenisstraf heeft de rechtbank rekening gehouden met de manier waarop de man zijn gezin terroriseerde. Ook weegt de rechtbank mee dat de man niet wilde meewerken aan onderzoek van deskundigen. De officier van justitie had gevraagd om – indien de rechtbank geen tbs oplegt – een gevangenisstraf van 8 jaar. De rechtbank vindt dat te weinig en legt de man een onvoorwaardelijke celstraf op van 9 jaar. Daarnaast zeggen deskundigen van het Landelijk Expertise Centrum Eer gerelateerd Geweld dat er een kans bestaat op eerwraak. De rechtbank legt daarom een contactverbod op en een maatregel die het mogelijk maakt om de man na afloop van de gevangenisstraf nog beperkingen op te leggen bijvoorbeeld in de contacten met zijn vrouw en kinderen.
LEES DE VOLLEDIGE UITSPRAAK: ECLI:NL:RBMNE:2021:1786
TIENERS HARD AANGEPAKT: UREN IN DE CEL VOOR STELEN KOEKJE
HET PAROOL – RAOUNAK KHADDARI – 24 NOVEMBER 2018, 13:00
Met een vermaning kwamen snoepjes stelende tieners er doorgaans wel vanaf. Direct mee naar het bureau, uren vast in de cel en worden behandeld als een echte crimineel, dat is de nieuwe realiteit. ‘Het is hartstikke willekeurig.’
Een rol koekjes, lipgloss, een zak snoep of een blikje fris. Een minderjarige die een van deze producten zonder afrekenen in zijn jaszak of Eastpak stopt, de winkel uitloopt en wordt betrapt, hoeft niet meer te rekenen op slechts een reprimande. “Tegenwoordig is het bijna zeker dat je staande wordt gehouden en mee moet naar het bureau”, zegt jeugdadvocaat Harald Meijer.
Dat jongeren in Nederland steeds strenger worden aangepakt, durft de advocaat wel te stellen. Dat vindt ook Katja Berk. In een brief aan Het Parool vorige week beschrijft zij hoe haar 15-jarige zoon gehuld in een zwart scheurpak in een cel moest wachten, nadat hij was opgepakt door een undercoveragent voor het stelen van een beeld van een lammetje uit het café van Lil’ Kleine.
Basaltachtig
In het Jeugdjournaal deden drie tieners hun beklag nadat ze waren verdacht van het stelen van lippenstift en, jawel, koekjes. Zij brachten urenlang door in een cel en kregen te maken met ‘boze’ agenten. En in de Volkskrant probeerde journalist Toine Heijmans het delict van zijn kind niet te bagatelliseren.
Zijn 13-jarige zoon zat in papieren gevangenisbroek in een cel nadat hij, daar zijn ze weer, koekjes en twee drankjes had gestolen. ‘Als hij moet plassen escorteert een cipier hem naar de wc.’ Zijn zoon bleef bijna zeven uur opgesloten ‘in het basaltachtige cellencomplex’.
“De mensen die denken dat er te soft wordt geageerd, zijn dezelfden die denken dat de gevangenis een hotel is,” zegt jeugdadvocaat Meijer. “Ik zou zeggen: ga er zelfs eens een week zitten en kijk hoe lang je dat volhoudt.”
Het lik op stuk is niet zomaar. “Uit onderzoek en ervaring blijkt dat als men weet dat er direct wordt opgetreden het weerhoudt een grens over te gaan,” weet de advocaat. “Anders zingt al gauw het lied rond: joh, je wordt toch niet gepakt.”
Kinderrechtenverdrag
Volgens Meijer is het kinderen vooral om de kick te doen. “Op vrijdagmiddag bijvoorbeeld, dan is het spitsuur voor de jeugdadvocaten die dienst hebben.” Het gaat dan vaak op kleine winkeldiefstallen, door ‘zowel vmbo’ers als gymnasiasten’. De jongeren die ondanks de mogelijke consequenties toch besluiten voor de kick te gaan, belanden in het rad van fortuin.
Die beeldspraak is jovialer dan de werkelijkheid; het gehele justitiële apparaat treedt direct in werking. Nadat het kind is ontdaan van veters, koorden, kettingen of andere mogelijk verstikkende materialen en de ouders zijn gebeld, is het wachten in de politiecel.
Net zolang tot de minderjarige kan worden voorgeleid aan de officier van justitie. Maar niet voordat iemand van Jeugdbescherming is gearriveerd, een jeugdadvocaat op het bureau aanwezig is en ook de Kinderbescherming is ingeschakeld.
Uiterste maatregel
Bij de aanhouding wordt verder geen onderscheid gemaakt tussen minderjarigen en volwassenen. Sterker nog: de manier waarop er in Nederland met kinderen wordt omgegaan op politiebureaus is in strijd met Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties dat ons land in 1989 heeft ondertekend, zegt Maartje Berger, juridisch adviseur jeugdrecht bij Defence for Children.
“Opsluiten mag slechts een uiterste maatregel zijn en een minderjarige verdachte een nacht in de cel laten bij wijze van straf is niet toegestaan. Het kan alleen als er geen andere mogelijkheid is en het noodzakelijk is voor opsporingsonderzoek.”
“Kinderen direct in de cel gooien voor een jeugddelict, zoals een lippenstift meenemen of een pak koekjes achteroverdrukken, is een schending van de rechten van het kind.” Defence for Children trok hierover eerder aan de bel. “Hier worden fundamentele kinderrechten overschreden.”
Strafblad
In november vorig jaar bracht Defence for Children in samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Jeugdrechtadvocaten daarom een adviesrapport uit aan minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming. “Hij heeft nog niet gereageerd.”
De gevolgen voor minderjarigen kunnen heftig zijn. Een kleine misstap kan kinderen nog lang achtervolgen. Van een uittreksel justitiële documentatie – in de volksmond ‘een strafblad’ – wordt een veroordeling tot straf niet meer geschrapt als de dader meerderjarig wordt. “Dat kan problemen opleveren als ze bijvoorbeeld stage lopen,” zegt Meijer. Een Verklaring Omtrent Gedrag is voor het minste al nodig. Zelfs voor een callcenterbaantje waar gewerkt wordt met privacygevoelige informatie.
De woordvoerder van de landelijke politie, laat weten zich niet te herkennen in het beeld dat jongeren strenger worden aangepakt. “Als anderen dat vinden, dan is dat voor hun rekening”. Volgens de woordvoerder vragen agenten zich altijd af of het noodzakelijk is een kind mee te nemen naar het bureau.
We doen het liever niet, we zijn het zelfs eens met Defence For Children dat kinderen zo min mogelijk de cel in moeten. Anderzijds hebben agenten zich ook aan de wet te houden. Dus als er in de wet staat dat een kind recht heeft op een advocaat en die advocaat laat of later is, dan kan het zijn dat het kind in de cel belandt.”
Wel geeft de woordvoerder toe dat er werk aan de winkel is. Wat hoewel agenten ‘getraind zijn met alle leeftijden om te gaan en de meesten in staat zijn om kinderen en jongeren op een pedagogisch verantwoorde wijze te benaderen, zien we ook dat we er aandacht aan moeten blijven geven’. Met de Politieacademie onderzoekt de landelijke politie daarom wat er extra nodig is om dit in de basisopleiding al te realiseren.’
Excuusbrief
“En als het even kan probeert justitie bij kleine delicten een Haltstraf op te leggen”, zegt Eveline Huis van Bureau Halt. De samenstelling van de letters staat voor Het Alternatief. Jongeren krijgen dat bij een overtreding, zoals te vroeg vuurwerk afsteken maximaal twee keer aangeboden, bij een misdrijf één keer.
“Het is de kans om een veroordeling en dus een strafblad te ontlopen. Door middel van pedagogische interventie proberen we de dader van zijn daad te laten leren en herhaling te voorkomen. Ze moeten bijvoorbeeld een excuusbrief schrijven.”
“Halt is al een stap te ver,” zegt juridisch adviseur Berger. “Het gaat erom dat kinderen die worden opgepakt, nog voor ze worden voorgeleid als volwassen daders of verdachten worden behandeld. Het is een kind. Een kind dat een grens is overgegaan. En dan is het ook nog eens hartstikke willekeurig hoe er met minderjarigen op het politiebureau wordt omgegaan.”
Andere regels
De juridisch adviseur wijst erop dat het tijdstip waarop een kind wordt aangehouden, grotendeels bepalend is voor de vraag of de verdachte een nacht in de cel moet doorbrengen.
In Amsterdam hebben vier jeugdrechtadvocaten per dag piketdienst. Twee van zeven uur ’s ochtends tot half twee middags en twee van half twee tot acht uur ’s avonds. Wie zich na acht uur laat verleiden tot een misstap, is niet zelden veroordeeld tot een nacht in de cel.
Maartje Berger: “En dan treft de één een agent die geduld en enige pedagogische kwaliteiten bezit, terwijl een ander een keiharde diender voor zijn kiezen krijgt. Hoewel er toch echt in het verdrag is opgenomen dat je voor kinderen andere regels in acht moet nemen dan voor volwassenen. Dat doet de politie in Nederland nog te weinig, die overschrijdt nu zélf een grens.”
GEEN CELSTRAF WEGENS NOODWEER
Utrecht, 22 april 2021
Een 46-jarige man uit Veenendaal die vorig jaar bij zijn woning twee mannen neerstak met een mes krijgt geen straf. De rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat hij uit noodweer handelde en ontslaat hem van alle rechtsvervolging. De man maakte zich wel schuldig aan een strafbaar feit, maar is niet strafbaar.
Conflict ging over drugs
Dat de steekpartij met een aardappelschilmesje op 14 december plaatsvond en dat het verdachte was die op de twee mannen instak, staat wel vast. De Veenendaler bekende dit vrijwel direct na de steekpartij. Over de aanleiding voor de steekpartij lopen de verklaringen uiteen. Volgens de twee aangevers werden zij gestoken omdat zij nog geld van de man tegoed hadden voor het repareren van een scooter. Deze verklaringen vinden geen steun in het dossier. Zo is verdachte nooit in het bezit geweest van een scooter. Volgens hem kwamen de mannen naar zijn woonadres omdat zij dachten dat hij in het verleden op de pof drugs van hen had gekocht. Hij heeft vanaf het begin steeds dezelfde verklaring gegeven voor de steekpartij die wél ondersteund wordt door informatie uit het dossier. In de telefoon van de verdachte zijn berichten gevonden waaruit blijkt dat hij inderdaad voor de steekpartij cocaïne probeerde te kopen zonder daar direct voor te betalen. Daarnaast heeft de man verklaard dat hij door de twee aangevers is geslagen met een ploertendoder. Dit komt overeen met het letsel op de schouder van de man. Ook is na de steekpartij in de buurt van de woning een ploertendoder gevonden.
Niet alle verdenkingen bewezen
De man werd ook verdacht van het misbruiken van vijf andere leerlingen. Hiervan spreekt de rechtbank hem vrij. Ten aanzien van twee leerlingen is bewezen dat de leraar hun schouders en nek heeft gemasseerd. Hoewel dit ongewenst en ongepast kan zijn, is echter niet vast komen te staan dat er sprake was van seksuele handelingen en daarmee van ontucht.
Noodweer
De rechtbank komt tot de conclusie dat de aangiftes van de aangevers ongeloofwaardig zijn, terwijl de verklaring van verdachte overeenkomt met bewijsmiddelen in het dossier. De volgende vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of sprake is van noodweer. Het slaan met een ploertendoder kan juridisch gezien worden als een ‘ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding’. Een ploertendoder is in potentie een dodelijk wapen. Verdachte mocht zich hier tegen verdedigen met een aardappelschilmesje. Het beroep op noodweer slaagt, zo concludeert de rechtbank Midden-Nederland. Dat betekent dat de Veenendaler wordt ontslagen van alle rechtsvervolging. Hij heeft wel gestoken, maar krijgt geen straf omdat het bewezenverklaarde in deze zaak niet strafbaar is.
LEES DE VOLLEDIGE UITSPRAAK:
ECLI:NL:RBMNE:2021:1588
IN HOGER BEROEP VEROORDEELD TOT 20 JAAR CEL VOOR PLEGEN VAN ONDER MEER DOODSLAG
Een 36-jarige Amsterdammer is in hoger beroep veroordeeld tot 20 jaar cel voor het plegen van onder meer doodslag. Het gerechtshof Amsterdam heeft dit vandaag beslist. De gevangenisstraf is 4 jaar hoger dan die de rechtbank eerder oplegde. Het Openbaar Ministerie, dat net als de verdachte in hoger beroep was gegaan van dat vonnis, had 18 jaar gevangenisstraf geëist.
De man schoot in november 2016 op de Ten Katestraat minstens 7 keer op twee broers die hem hadden achterhaald nadat hij had geprobeerd om een afpersing te plegen in de toenmalige shishalounge daar. De schietpartij vond plaats tijdens het afbouwen van de Ten Katemarkt op de avond dat kinderen daar in de buurt Sint-Maarten vierden. De broers raakten gewond en een 18-jarige jongeman, die wat verderop stond te kijken, werd dodelijk getroffen. Het gerechtshof overwoog dat de veroordeelde man onnoemelijk leed heeft toegebracht aan de nabestaanden van het jonge slachtoffer. Ook de broers ervaren nog dagelijks de gevolgen van deze schietpartij.
Het gerechtshof strafte hoger dan geëist omdat het extra gewicht toekende aan het gewelddadige verleden van de man. Onder meer schoot hij in 2007 een man dood die weigerde zich te laten beroven. Daarnaast overwoog het gerechtshof dat de man overduidelijk psychische problemen heeft en door niet mee te werken aan een onderzoek in het PBC heeft belemmerd dat een goede diagnose kon worden gesteld voor een behandeling.
Bovenop deze straf komt nog ruim 3 jaar detentie omdat het hof ook de aan de man verleende voorwaardelijke invrijheidstellingen van eerdere straffen heeft herroepen.
De man moet aan de nabestaanden schadevergoeding betalen, onder andere voor de begrafenis van het slachtoffer in het buitenland. Ook moet hij de twee gewonde broers onder meer elk 5.000 euro smartengeld betalen.
LEES DE VOLLEDIGE UITSPRAAK: ECLI:NL:GHAMS:2020:2036
33-JARIGE MAN VRIJGESPROKEN VAN ELKE STRAFBARE BETROKKENHEID BIJ DOOD DOCHTERTJE VAN VRIENDIN
De rechtbank Noord-Holland heeft een 33-jarige man vrijgesproken van elke strafbare betrokkenheid bij de dood van het dochtertje van zijn vriendin. De beschuldiging was in vier varianten vorm gegeven, van doodslag tot dood door schuld.
Het meisje was 1 jaar en 9 maanden oud, toen de man haar op 14 september 2019 met ernstig (schedel)hersenletsel naar het ziekenhuis bracht. Volgens de man was hij thuis met het meisje op de arm gestruikeld. Op de vloer van de overloop lag gedeeltelijk laminaat met een ondervloer die uitstak.
Hij struikelde over de rand van het laminaat of de ondervloer, verloor zijn evenwicht en viel. Het meisje viel met haar hoofd tegen de muur en de man is op of tegen haar aan gevallen. Beneden op de bank verloor zij het bewustzijn, waarna hij naar het ziekenhuis is gegaan. Daar is zij op 18 september 2019 overleden.
Door de patholoog is sectie verricht, waarbij ernstige uitgebreide traumatische letsels in het hoofd zijn vastgesteld. Volgens hem kan dit hoofdletsel (en de gevolgen daarvan) de niet-natuurlijke dood van het meisje hebben veroorzaakt. Het is bij leven opgelopen door een hevige botsende gewelds(krachts)inwerking. Dit kan zijn gebeurd door geweld (niet-accidenteel) en door een ongeluk (accidenteel), bijvoorbeeld bij een val van meer dan 1,5 meter hoogte.
Ook een forensische kinderarts heeft het aantreffen van het schedelhersenletsel bij het meisje waarschijnlijker (namelijk een 10 tot 100 keer grotere kans) geacht onder de hypothese van inwerking door geweld dan onder de hypothese van inwerking door een ongeluk.
De artsen zijn op de zitting uitgebreid als deskundigen gehoord. Hoewel zij bij hun conclusies bleven, werd ook duidelijk dat er enkele feitelijke gegevens ontbraken om die conclusies zonder enig voorbehoud te kunnen onderschrijven. Zo zouden een val van meer dan 1,5 meter hoogte, en/of een hoge beginsnelheid en/of een krachtige draai, mogelijk ook het vastgestelde trauma veroorzaakt kunnen hebben.
Er is dus meer feitelijke informatie nodig, in het bijzonder de gegenereerde beginsnelheid bij de struikeling over het laminaat, om met volledige zekerheid te kunnen beoordelen of de door de man beschreven val als oorzaak van het letsel is uit te sluiten.
Op basis hiervan concludeert de rechtbank enerzijds dat er weinig aanknopingspunten zijn om uit te gaan van de door de man geschetste gang van zaken, anderzijds dat de verklaring van de man door het gemaakte voorbehoud van de deskundigen niet volledig opzij geschoven kan worden. Bovendien is voor een bewezenverklaring uiteindelijk een forensisch oordeel nodig dat is uitgedrukt in een bepaalde mate van zekerheid over wat er wel is gebeurd.
De rechtbank valt daarom terug op de algemene conclusie van de beide deskundigen dat het letsel van het meisje waarschijnlijker is onder de hypothese van inwerking door geweld dan onder de hypothese van inwerking door een ongeluk.
En dat vindt de rechtbank onvoldoende om de man, buiten redelijke twijfel, schuldig te achten aan de dood van het meisje, in welke variant dan ook, omdat betekenisvolle, aanvullende feiten en omstandigheden ontbreken. Daarin verschilt de rechtbank van de officieren van justitie. Zij gingen uit van aanvullende omstandigheden en eisten 8 jaar gevangenisstraf voor doodslag op het meisje door de man.
LEES DE VOLLEDIGE UITSPRAAK: ECLI:NL:RBNHO:2020:5429
VRIJGESPROKEN VAN MEDEPLEGEN DUBBELE DOODSLAG AL DAN NIET GEVOLGD DOOR DIEFSTAL
Een 31-jarige Albanees is vrijgesproken van het medeplegen van een dubbele doodslag al dan niet gevolgd door diefstal in een pand aan de Bovenweg in Rotterdam. Dat heeft het gerechtshof Den Haag vandaag beslist.
Op 15 januari 2015 kwamen in het betreffende pand 2 broers van Albanese afkomst door vuurwapengeweld om het leven. In het pand werd ten minste 21 keer geschoten met 3 vuurwapens. De nu vrijgesproken man was tijdens de schietpartij in het pand en raakte zelf ook ernstig gewond. Het gerechtshof kan niet vaststellen dat de man 1 van de schutters was en ook niet dat er vooraf een plan was om de broers te beroven. In deze zaak zijn in hoger beroep aanvullende onderzoeken verricht. Doordat er zo vaak is geschoten, kan toch niet goed worden gereconstrueerd hoe de schietpartij is verlopen. De andere verdachte in deze zaak is voortvluchtig.
De rechtbank was ook al tot een vrijspraak gekomen voor het schietincident. Het Openbaar Ministerie was daartegen in hoger beroep gegaan en had een veroordeling tot een gevangenisstraf van 20 jaar geëist. Wel is de verdachte indertijd door de rechtbank onherroepelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar met aftrek van voorarrest voor handelen in strijd met de Opiumwet en de Wet Wapens en Munitie. Daartegen was geen hoger beroep ingesteld.
LEES DE VOLLEDIGE UITSPRAAK: ECLI:NL:GHDHA:2020:1314
RIJNJA MEIJER & BALEMANS ADVOCATEN – MET RECHT EEN GOEDE KEUZE
Singel 450 – 1017 AV Amsterdam Telefoon: 020 620 31 25 E-mail: info@rijnjameijer.nl
webdesign: badd.nl
RIJNJA MEIJER & BALEMANS ADVOCATEN
MET RECHT EEN GOEDE KEUZE
Singel 450 – 1017 AV Amsterdam
Telefoon: 020 620 31 25
E-mail: info@rijnjameijer.nl
webdesign: badd.nl